Liefde is iets geweldigs: hoeveel keer heb je dat je moeder, oma en tantes al horen zeggen? Alles lijkt dan mooier: je krijgt vlinders in je buik, je loopt 3 meter boven de grond, je hebt geen eetlust meer, je blijft maar glimlachen, zelfs als je kantoormaatje je vertelt dat je daarmee moet ophouden. Wanneer wij verliefd zijn, worden we zelfs doof!
Vrouwen zijn gewoonlijk meer romantisch, ze leven in een sprookje (let op, sommige vrouwen geloven in sprookjes!) en ze verzinnen altijd belachelijke koosnaampjes! Wanneer je op straat loopt, kun je letterlijk alle soorten van woordjes horen, speciaal tegenwoordig, met al die nieuwe en bizarre modewoorden die elk jaar komen en gaan!
Nu Valentijnsdag nadert en de supermarkten worden bevoorraad met hartvormige dozen en rode spulletjes, moeten we allemaal stilstaan en de balans opmaken: mensen die tellen hoe veel Valentijnsdagen zij in hun eentje hebben doorgebracht, anderen die op een speciaal iemand verliefd zijn geworden vlak voor de V-dag en dit zien als een teken van Cupido en niet in het minste de gelukkigen die hun “betere helft”– of, zoals wij in het Italiaans zeggen “de andere helft van de appel” – al hebben ontmoet.
Maar kijk uit, je komt niet altijd weg met een appel! In Spanje bijvoorbeeld, hebben mensen het over sinaasappels en zeggen “encontrar a tu media naranja” (de andere helft van je sinaasappel ontmoeten). Meer naar het noorden zijn mensen minder romantisch en ruilen zij het fruit in voor servies. In Duitsland is er een spreekwoord wat zegt “Jeder Topf findes seinen Deckel”, wat betekent dat “ieder potje zijn dekseltje zal vinden” (met veel ironie over hopeloze gevallen en mensen die daarover zeggen “als je je deksel niet kunt vinden, ben je een wok!”). Portugese verliefden zeggen “minha care-metade” – de andere helft van mijn gezicht – maar de prijs voor de minst fantasierijke en romantische uitdrukking gaat naar de Fransen. Gewoonlijk zijn zij zo klef en zoet, maar zij duiden hun liefje aan met een saai “de helft van mij”.
Even de appels, sinaasappels en potjes terzijde, wij hebben onze liefjes allemaal koosnaampjes gegeven, maar… heb je er wel eens over nagedacht hoe deze schattige verkleinwoordjes in een andere taal zouden klinken? Maak je geen zorgen, ze zouden belachelijk klinken, zelfs in Mandarijn Chinees! Wij hebben er een paar voor je verzameld (zodat je nu al een B2 niveau hebt in de liefde!).
Hele gewone zoals “zoeteke”, “honnepon”, “sweetie” en “baby” kom je in de meeste talen wel tegen, maar er zijn andere die zijn, eh… laten we zeggen een klein beetje meer beeldend!
Onder andere in het Duits gebruiken ze Mausi/Mäuschen, wat zoveel betekent als: “klein muisje”.
In Frankrijk noemen sommige menen hun partner bouchon (kurk) of zelfs puce (vlo) en over die laatste zullen we het maar niet teveel meer hebben…
Brazilianen zijn lief en verwijzen naar zichzelf, zelfs wanneer ze hun partner docinho de coco (kokosnootsnoepje) noemen:
Spanjaarden nemen zichzelf nooit zo serieus en noemen hun “halve sinaasappel” corazón de melón (meloenhart) of, meer eufemistisch, gordi (dikkerdje):
Italianen kunnen er niets aan doen, zij blijven hun partner met eten associëren! Ze hebben veel koosnaampjes, maar deze 3 zijn verreweg het grappigst:
Wat zijn jouw favoriete koosnaampjes en welke gebruik jij gewoonlijk? Kom op, niet verlegen zijn! Vroeg of laat doen we dat allemaal en uiteindelijk bedenken we zelfs per persoon koosnaampjes, omdat alle andere gewoon te cliché zijn! Wanneer je geen aandacht wilt trekken als je in je moedertaal lieve woordjes zegt kun je nu buitenlandse koosnaampjes gebruiken: exotische dingen scoren altijd!
What do you think?