Met een grote voetbal bijeenkomst in Brazilië in het verschiet, is het tijd om voorspellingen te doen. kan Spanje de titel behouden? Zal Brazilië bestand zijn tegen de enorme druk en een record behalen van een zesde trofee? Kan het Duitse team eindelijk presteren op het grootste podium? En dan er de teams die je simpelweg niet kunt vergeten, zoals Frankrijk, Italië en Nederland.
Een blik terug in de geschiedenis suggereert dat de man die de grote, goude trofee omhoog houdt, eerder Dios dan Gott zal bedanken, omdat volgens onweerlegbare* statistieken, het spreken van een romaanse taal je een betere voetballer maakt.
Team statistieken
Acht landen hebben de World Cup Voetbal gewonnen: waarvan twee de Germaanse taal spreken (Engeland en Duitsland) en zes die de Romaanse taal spreken (Argentinië, Brazilië, Frankrijk, Italië, Uruguay en Spanje). In termen van algemene wereldbeker winnaars, winnen de Romaanse teams van 15 tegen 4. Dus dat betekent, historisch gezien, dat het spreken van een Romaanse taal meer dan drie keer heeft bewezen succesvol te zijn in de world cup dan enig ander.
Maar is dit een bewijs van iets? Misschien is het delen van een taal met het gastland een meer belangrijke maatregel.
Een kool die een beetje lijkt op de World Cup trofee
Van de negentien World Cups sinds 1930, zijn er acht gewonnen door teams die een moedertaal delen met het gastland. Niet slecht, maar niet echt overtuigend. Vergeet de world cups in de Verenigde Staten en Japan/Korea, waar er geen serieuze mogelijkheid was van een overwinning door een team dat de lokale taal sprak, en dat betekent dat iets minder dan de helft van de World Cups zijn gewonnen door een team dat de lokale taal spreekt. Dertien zijn gewonnen door een team die een taalgroep delen met het gastland.
De statistieken hadden er een beetje anders uitgezien als de Britse teams niet alle toernooien voor 1950 hadden geboycot, als protest tegen “buitenlandse” invloed in een spel dat zij als fundamenteel Brits beschouwden (FIFA blijft ongeliefd in Groot Brittannië). Het waren de Britten die voetbal over de hele wereld meenamen, dat is waarom je teams met Engelse namen terugvindt zoals AC Milan, voorheen Milan Cricket and Foot-Ball Club en River Plate, en natuurlijk niet het Engelse vocabulaire te vergeten (corner wordt gebruikt in het Spaans, niet esquina).
Toen Engeland echter weer deelnam aan het Wereldkampioenschap van 1950, presteerden de Britten ver beneden hun niveau. De VS versloegen Engeland met 1-0. Sommige Engelse kranten meldden de score als 10-1 voor Engeland, in de veronderstelling dat er een miscommunicatie was geweest!
Dus de landen die Romaanse talen spreken hebben het de laatste paar jaar buitengewoon goed gedaan, maar hoe zit het met de individuele spelers?
Individuele statistieken
Als je grootste elf allertijden moest opnoemen, zou het vrijwel zeker een mix van spelers van over de wereld zijn. Namen als Maradona en Zidana zullen worden vergezeld met Cruijf en Beckenbauer om een meertalige masterclass in voetbal elegantie te leveren.
Wat een voetballer “geweldig” maakt is absoluut een onderwerp ter discussie. Bijvoorbeeld Zinedine Zidane is zonder twijfel één van de beste spelers van de afgelopen twintig jaar, maar kon hij zo’n ster zijn zonder iemand als Patrick Viera of Claude Makélélé in de verdediging om dekking te bieden.
Maar de Makélélés en Vieras van deze wereld zullen nooit individuele awards in het voetbal winnen, omdat zij gewoon niet zo sexy zijn als de creatieve spelers voor hen.
De geschiedenis van FIFA’s individuele awards suggereren dat spelers die uit een Romaans-sprekend land komen ook de meeste kans hebben om sterspelers te zijn, en degenen die op het grootste podium optreden.
De enige vertegenwoordiger in de “andere” kolom is Hong Myung-Bo uit Zuid-Korea, die de Bronze Ball bij de 2002 World Cup won. Alle winnaars uit de Fins-Oegrische landen komen uit Hongarije!
Let op het verschil tussen de oude Ballon d’or en de FIFA World Player awards. Voordat twee prijzen werden samengevoegd in de FIFA Ballon d’or in 2010, werd de Ballon d’or uitgereikt door het tijdschrift France Football, terwijl de FIFI award werd verkozen door de coaches van de nationale teams en managers. Voor 1995 werd de Ballon d’or alleen uitgereikt aan Europese spelers die speelden in Europa, dus legendes als Maradona en Pele konden niet winnen, dit verklaart mogelijk de grotere balans tussen de taalgroepen.
Nogmaals, het lijkt erop dat de sleutel tot een goede voetballer het opgroeien is in een land waar de moedertaal voort komt uit het Latijn.
Maar die koelbloedige Germaanse types moeten beter worden in het nemen van penalty’s, toch?
Het Duitse Nationalmannschaft heeft het beste record vanaf de penaltystip, met een slagingspercentage van 100% in vier World Cup penalty rondes. Terwijl het team met het slechtste record (3 nederlagen in 3 penalty rondes) is… Engeland.
Oorzakelijk verband
Ondanks de cijfers is het erg onwaarschijnlijk dat wanneer je een Romaanse taal als moedertaal hebt je werkelijk een betere voetballer maakt. Opgroeien in een voetbalcultuur is een meer bepalende factor: Brazilië is het land dat het meest vertegenwoordigd is in de vele lijsten en het is ook het land waar een nederlaag meer dan een halve eeuw geleden is en nog steeds wordt beschouwd als een nationaal trauma.
Als jouw taalgroep echt de bepalende factor zou zijn in het maken van grote voetballers, zouden de meertalige landen Zwitserland en België de grote favorieten zijn in Brazilië. Aan de andere kant behoort Zwitserland onder de geplaatste teams dit jaar en België is de favoriete outsider van vele experts, dus misschien zit er iets in deze redenering?
* Deze statistieken zijn niet echt onweerlegbaar.
Image credits: Messi by LG?? via cc, Cristiano Ronaldo by Ludovic Péron via cc, Cabbage that looks like the World Cup trophy by Orangeaurochs via cc.
What do you think?